Brexit: Wat verandert er voor het wegvervoer en de handel in goederen tussen Europa en het VK?

Op 31 december 2020 is de overgangsperiode voor de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (EU) beëindigd, met aanzienlijke veranderingen in het wegvervoer en de handel in goederen tussen Europa en het VK, waar de EU-wetgeving niet langer van toepassing is.

Voor douanedoeleinden wordt het VK nu behandeld als een niet-EU-land met preferentiële regelingen met betrekking tot de handel in goederen en wegvervoer. Dit nieuwe scenario is het gevolg van de handels- en samenwerkingsovereenkomst die op 24 december 2020 tussen de EU en het VK is gesloten.

Wat het wegvervoer betreft, zijn er enkele belangrijke gevolgen voor de keuze van het VK om de interne markt en douane-unie van de EU te verlaten, zoals het onvermogen om deel te nemen aan de interne markt van de EU voor vervoersdiensten. Exploitanten verliezen ook het recht om onbeperkt cross-trade in de EU uit te voeren en kunnen slechts drie cabotageoperaties uitvoeren op het grondgebied van één lidstaat.

Toch brengt deze handelsovereenkomst enkele voordelen met zich mee voor de wegvervoersector:
 

• Onbeperkte point-to-point toegang voor vervoerders die tussen de EU en het VK vervoeren, en volledige transitrechten over elkaars grondgebied;
• Het recht om maximaal 2 extra handelingen uit te voeren op het grondgebied van de andere partij (maximaal één cabotageoperatie voor Britse vervoerders);
• Bepalingen inzake arbeidsomstandigheden, verkeersveiligheid, eerlijke concurrentie en horizontale clausules inzake gelijke concurrentie op het gebied van milieu, sociale kwesties en mededinging.

Betreffende de handel in goederen, met het einde van de Brexit-overgangsperiode profiteert het VK niet langer van het vrije verkeer van activa. Er worden meer vertragingen aan de grens verwacht als gevolg van douaneformaliteiten en controles op Britse goederen die de EU binnenkomen. Btw en accijnzen worden ook toegepast bij invoer (ook voor online aankopen). Om zowel de EU- als de Britse markt te bevoorraden, moeten Britse producenten aan beide reeksen normen en voorschriften voldoen alsook aan alle toepasselijke conformiteitscontroles door EU-instanties, zonder gelijkwaardigheid van conformiteit.

De deal komt echter ook ten goede aan de handel in goederen tussen het VK en de EU:
 

• Nultarieven of quota op verhandelde goederen, waardoor lagere prijzen voor consumenten worden gegarandeerd (zolang aan de overeengekomen regels wordt voldaan). Handelaren kunnen zelf de oorsprong van verkochte goederen certificeren en genieten van "volledige cumulatie" (d.w.z. verwerkingsactiviteiten tellen ook mee voor de oorsprong, niet alleen de gebruikte materialen), waardoor het gemakkelijker wordt om aan de vereisten te voldoen en nultarieftoegang te verkrijgen;
• Wederzijdse erkenning van programma's voor vertrouwde handelaren, namelijk "geautoriseerde marktdeelnemers", die zorgen voor eenvoudigere douaneformaliteiten en een evenwichtige goederenstroom;
• Producenten kunnen gemakkelijker op beide markten inspelen, met een gemeenschappelijke referentiedefinitie van internationale normen en de mogelijkheid om zelf de conformiteit van producten met een laag risico te declareren;
• Bijzondere faciliteringsregelingen voor wijn, automobielindustrie, biologische producten, farmaceutische producten en chemicaliën.

Deze overeenkomst bevat ook bijzondere maatregelen voor het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot rechtshandhaving, justitiële samenwerking in strafzaken en deelname van unieprogramma's. Hoewel het niet overeenkomt met het niveau van economische integratie dat bestond toen het VK een EU-lidstaat was, gaat de handels- en samenwerkingsovereenkomst verder dan traditionele vrijhandelsovereenkomsten die een stevige basis bieden voor het behoud van de eerdere langdurige vriendschap en samenwerking met de EU.

Bron:
European Union
Avalara