Europees Parlement keurt de infrastructuurverordening inzake alternatieve brandstoffen goed
De verordening inzake infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (AFIR) stelt minimale verplichte nationale streefcijfers vast voor de implementatie van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen in de Europese Unie.
Met de bedoeling om klimaatneutraliteit in de Europese Unie (EU) te bereiken, heeft het Europees Parlement onlangs de AFIR goedgekeurd, waarin verplichte nationale minimumdoelstellingen worden vastgesteld voor de implementatie van oplaadinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen..
Deze verordening heeft tot doel een netwerk van autolaadstations om de 60 km (37 mijl) en waterstoftankstations om de 100 km (62 mijl) te creëren. De maatregel maakt deel uit van het "Fit for 55 in 2030" plan om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met ten minste 55 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. De EU-lidstaten moeten hun plan indienen om de infrastructuurdoelstellingen tegen 2024 te halen. Ze moeten ook overwegen om de laadsystemen te vereenvoudigen, toegankelijk te maken voor alle merken en betalingen te vergemakkelijken, inclusief prijzen per kWh of kg.
Sommige van de door de AFIR vastgestelde doelen houden rekening met de volgende deadlines:
Tegen eind 2025 moet de netwerkdekking van zware bedrijfsvoertuigen vergelijkbaar zijn met die van personenauto's, d.w.z. ten minste één laadstation om de 60 km, alleen op de hoofdwegen van het TEN-T-netwerk. Tegen 31 december 2025 moet elke laadgroep een vermogen van minstens 1.400 kW leveren en minstens één laadpaal met een individueel vermogen van minstens 350 kW omvatten.
Tegen 2027 is de Europese Unie van plan een toegangspunt te creëren voor informatie over de beschikbaarheid van het netwerk, wachttijden en prijzen.
Tegen eind 2030, vermeldt de goedgekeurde tekst dat elke op te richten oplaadgroep een beschikbaar vermogen van ten minste 600 kW moet hebben en ten minste twee stations met een individueel vermogen van ten minste 150 kW moet omvatten. Bovendien moet elk EU-land vóór 31 december 2030 ten minste één openbaar toegankelijk waterstoftankstation hebben in elk stedelijk knooppunt. Wat zware bedrijfsvoertuigen betreft, breidt de verordening de doelstellingen uit en stelt dat tegen 2030 elke oplaadgroep een beschikbaar vermogen van ten minste 3.500 kW moet bieden en twee stations van ten minste 350 kW moet hebben.
De AFIR-goedkeuring komt als reactie op de toegenomen ev-adoptie, die een aanzienlijke ontwikkeling van ev-laadinfrastructuur in Europa vereist. Het is ook een unieke kans om een EV-ecosysteem van wereldklasse te bouwen dat nieuwe banen kan genereren en luchtvervuiling kan verminderen, en Europa's koolstofneutraliteit versnelt tegen 2050.
Bron:
Autónomos ¡En Ruta!
Global Fleet Management
McKinsey & Company